De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar onderstaande categorieën.
(bedragen x € 1.000) | ||
31-12-2024 | 31-12-2023 | |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 17.200 | 18.649 |
Gereed product en handelsgoederen | - | 550 |
Totaal | 17.200 | 19.199 |
Het verloop van de voorraden is als volgt:
(Bedragen x € 1.000)
01-01-2024 | Toevoeging | Onttrekking | 31-12-2024 | |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 30.937 | 11.520 | -12.511 | 29.946 |
Voorziening gebiedsontwikkeling | -12.288 | -484 | 26 | -12.746 |
Totaal onderhanden werk, waaronder bouwgrondronden in exploitatie | 18.649 | 11.036 | -12.485 | 17.200 |
Gereed product en handelsgoederen | 550 | - | -550 | - |
Totaal | 19.199 | 11.036 | -13.035 | 17.200 |
Toelichting
Het saldo van de voorraden heeft betrekking op de complexen van het grondbedrijf, terreinen en enkele panden. Het betreft objecten die binnen de vastgoedportefeuille onder de categorie voorraad vallen en daarmee integraal deel uitmaken van de gebiedsontwikkeling van de bouwgronden in exploitatie. Objecten die onder meer voor eigen gebruik zijn, staan niet binnen de voorraad maar onder de materiële vaste activa.
De afname van het onderhanden werk met € 1,0 mln. komt doordat er meer opbrengsten dan kosten zijn gerealiseerd. De opbrengsten zijn gerealiseerd door grondverkopen en uitgifte van gronden in erfpacht.
Door de verwachte resultaten op grondexploitaties op basis van actuele ramingen in MPG 25.1 is de voorziening gebiedsontwikkeling toegenomen met € 0,5 mln. Dit bedrag is onttrokken aan de algemene reserve grondzaken. Daarnaast is een bedrag van € 0,1 mln. aangewend.
Van de voorziening gebiedsontwikkeling heeft € 9,5 mln. betrekking op actief grondbeleid en € 3,2 mln. op faciliterend grondbeleid.
De voorraad gereed product en handelsgoederen is afgenomen met € 0,6 mln. In 2024 is een pand dat was opgenomen onder voorraad handelsgoederen overgegaan naar materiële vaste activa.
De aard en omvang van de complexen 'bouwgrond in exploitatie' wordt nader toegelicht in de paragraaf grondbeleid en het MPG 25.1.