Leningenportefeuille
De leningenportefeuille bestaat ultimo 2024 nog steeds voor het grootste deel uit fixe-leningen. Dit zijn leningen met een vaste looptijd die aan het eind van de looptijd in zijn geheel worden afgelost. De gemiddelde rente over de langlopende leningenportefeuille (swaps en leningen) is ultimo 2024 1,3%.
(bedragen x € 1 mln.)
Leningenportefeuille kort & lang | Opgenomen | Uitgezet |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2024 | 527 | 43 |
Stand per 31 december 2024 | 504 | 36 |
Gemiddelde rente per 1 januari 2024 | 1,3% | 2,5% |
Gemiddelde rente per 31 december 2024 | 1,3% | 2,1% |
Gemiddelde looptijd langlopende leningen in jaren | 8,96 | 21,09 |
Tabel 2: Leningportefeuille kort & lang
In de leningportefeuille zijn ook de kasgeldleningen onder Swaps opgenomen. Momenteel lopen er nog 5 Swaps waarvan 3 bij de Rabobank en 2 bij de Deutsche Bank.
Primair surplus
Het primair surplus geeft aan hoeveel ruimte er in de begroting jaarlijks beschikbaar is voor het aflossen van de schuld. Dit surplus bestaat uit twee componenten:
- De afschrijvingen in de begroting
- Resultaat op de begroting vóór de mutaties reserves (exploitatieresultaat)
In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het primair surplus weergegeven over de afgelopen jaren:
Figuur 2: Grafiek primair surplus jaarrekening 2020 tot en met de begroting (te herkennen aan de patroonopvulling) en jaarrekening 2024.
Als we het primair surplus oftewel de aflossingscapaciteit vanuit de begroting afzetten tegen het investeringsvolume wordt daarmee zichtbaar of de schuld groeit of daalt (het financieringsresultaat).
Figuur 3: Deze figuur toont het primair surplus afgezet tegen het investeringsvolume van de jaarrekening 2021 tot en met de jaarrekening en begroting (te herkennen aan de patroonopvulling) van 2024.
Zolang het financieringsresultaat negatief is neemt de schuld normaliter toe. De afgelopen jaren is dit niet gebeurd vanwege de ontvangst van veel rijkssubsidies.
In de afgelopen jaren is, met uitzondering van 2022, zichtbaar dat de investeringen hoger zijn dan er beschikbaar is vanuit het primair surplus. Ook voor de bedragen van 2024 is zichtbaar dat de schuld verder toeneemt. Opgemerkt wordt dat de begrote investeringen nooit volledig gerealiseerd worden. In de praktijk is de gemiddelde realisatie 75%. Het financieringsresultaat is in 2024 hierdoor minder negatief dan geraamd. Over 2024 is 84% van de begrote investeringen gerealiseerd.
Tegenover nieuwe schuld staat ook nieuw bezit. Investeringen die er in veel gevallen ook voor zorgen dat de baten voor bestemming (leges, OZB, erfpacht) stijgen. Het gevolg van de ambitieuze investeringsstrategie in Zaanstad betekent ook een toename van de afschrijvingslasten. Investeringen leiden tot nieuwe leningen. De rente en aflossing voor deze leningen moeten betaald worden uit de totale kasstromen vanwege de integrale financiering door de gemeente.
De uitbreidingsinvesteringen die via Investeringsfonds en Transformatiefonds hun beslag krijgen zullen de raad in staat stellen ambities bij te stellen en prioritering aan te brengen waarbij de nadruk wordt gelegd op rendabiliteit en waardecreatie voor de stad.